Preventie als belangrijke pijler binnen de gezondheidszorg

2 juni 2021

In gesprek met Thomas Plochg – Federatie van Gezondheid

NPN is sinds een jaar lid van de Federatie voor Gezondheid. Een vereniging die zich inzet voor de maatschappelijke beweging van nazorg naar voorzorg, van gezond maken naar gezond houden. Rinske van den Barg ging in gesprek met Thomas Plochg, directeur van de Federatie, over preventie, de missie van de FvG en de rol van supplementen.

Hoe lang werk je nu bij de Federatie?

Ik ben in 2008 begonnen bij de Federatie voor Gezondheid. Eerst als beleidsmedewerker en sinds 2014 als directeur. Vanaf toen ben ik me gaan inzetten om gezondheid aan de voorkant van de gezondheidszorg bespreekbaarder te maken en het op de politieke agenda te zetten.

Hoe is de Federatie ontstaan?

De Federatie is in 2000 opgericht als koepelorganisatie van publieke gezondheidsorganisaties. Denk hierbij aan de GGD, Trimbos, enzovoort. Vanuit deze koepel wilde men invloed op het overheidsbeleid uit kunnen oefenen op het gebied van gezondheid. Vanaf 2014 heb ik als directeur veel opgetrokken met Jolande Sap, onze voorzitter. We zijn toen een nieuwe weg ingeslagen en hebben het ‘van nazorg naar voorzorg’ principe geïntroduceerd. De investeringen die nu in de zorg worden gedaan, zie je onvoldoende terug in de gezondheid van Nederlanders en dat willen we veranderen.

Thomas Plochg

Wat is jullie kracht?

De kracht van onze vereniging zit hem in het aangaan van synergie die er uiteindelijk voor zorgt dat de beweging van nazorg naar voorzorg wordt versneld.

De Federatie heeft drie belangrijke functies. (1) Allereerst bieden wij de kans voor instanties en partijen om te netwerken met anderen die hetzelfde gedachtegoed, van nazorg naar voorzorg, groot willen maken. Dit niet vanuit een profijtbeginsel, maar echt vanuit solidariteit. Partijen die bij willen dragen aan een grotere beweging. (2) Voor het maken van die beweging moeten er nog veel wissels in het huidige systeem omgezet worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het inzetten van financiering en digitalisering als hefboom om meer aan preventie te gaan doen. In de lobby proberen we die wissels om te zetten. Zoals bijvoorbeeld met het nationale preventieakkoord. (3) Daarnaast is het ook belangrijk om te innoveren. Binnen de federatie willen we nieuwe, onverwachte coalities van leden stimuleren om innovatie te bewerkstelligen. Een mogelijk voorbeeld hiervan komt uit de drogisterijenbranche. Drogisten zitten in de haarvaten van de samenleving, ook in de achterstandswijken. Wat nu als je daar leefstijlcoaches aan kunt verbinden die problemen van klanten in de drogist signaleren en hier iets meer kunnen doen.

Waar willen jullie over 5 jaar staan?

Op dit moment staan onze ankers lobby en netwerk erg goed. We maken stappen, maar het is zeker nog geen gelopen koers. Waar we in het verleden mensen moesten overtuigen van het belang van de beweging van nazorg naar voorzorg, moeten we ze nu vooral overtuigen dat we moeten samenwerken met verschillende partijen om de missie te laten slagen. Daar ligt nu de focus op.

Mede door de coronapandemie hebben we de wind in de zeilen. Afgelopen jaar heeft de problemen blootgelegd die er al langer zijn. Zowel in de zorg als in de economie. Zo hebben we recent een brief gestuurd aan de nieuwe informateur, met een voorstel om bepaalde wissels in het systeem om te zetten. Als de politiek hier iets mee gaat doen, kan de beweging sneller gaan.

Er is steeds meer aandacht voor preventie, wat valt daarbij op?

Door de groeiende aandacht voor preventie, groeit ook onze beweging. Aantonen dat preventie daadwerkelijk zin heeft is nog wel lastig. Dit is natuurlijk ook zo bij jullie industrie, daar kunnen we elkaar dan ook zeker de hand schudden. Hoe meer je naar de voorkant gaat, hoe ingewikkelder het wordt om aan te tonen dat een bepaalde gezondheidsinterventie werkt. Het probleem is nu dat je pas iets vergoed krijgt door de zorgverzekeraar als je bewijst dat een medicijn of strategie werkt. Met het huidige wetenschappelijke instrumentarium is dat lastig te meten. Wat dus niet betekent, dat het niet werkt. Gelukkig is een andere manier van onderzoek doen in aantocht. Ik geloof dat complexity science, ofwel ecologisch onderzoek nuttig kan zijn.

Wat mij betreft moeten we meer aandacht geven aan het natuurlijke vermogen om te groeien, helen, herstellen en tegenslagen incasseren. Ik noem dat het heal-deal vermogen. De huidige samenleving is gestoeld  op cure en care, het genezen en verzorgen van ziekten met professionele interventies. Dit heeft ons veel gebracht, maar het is nu uit balans. We zijn zo succesvol dat we dat natuurlijke vermogen vergeten zijn. Het zou goed zijn dat we dat vermogen herontdekken. Daarmee ga je het cure en care  niet vervangen, maar wel een nieuw samenspel met een andere dynamiek tot stand brengen. Met leefstijlcoaches en voeding kun je dit veranderen. De uitdaging waar wij met de Federatie aan werken is  slim wissels omzetten in het systeem, waardoor het heal en deal vermogen in de samenleving vanzelf meer aandacht krijgt.

Zijn er de afgelopen jaren bijzondere samenwerkingen tot stand gekomen binnen de Federatie?

Ik ben erg trots op de samenwerking met de Sociaal-Economische Raad (SER) en de GGD GHOR Nederland. Met deze verenigingen hebben we wederom het initiatief genomen om een goed vervolg aan het Nationale preventieakkoord te geven. Ook ben ik trots op de aandacht die we voor de fair health data economy vragen. Dat doen we samen met het Finse Sitra en VNO-NCW. Het gaat erom proactief markcondities te scheppen -liefst op EU niveau- zodat gezondheidsgegevens eerlijk en op een open manier worden gedeeld tussen verschillende partijen, leidend tot nieuwe en effectieve gezondheidsdiensten.

Een ander mooi voorbeeld is de samenwerking en gebundelde denkkracht die heeft geleid tot het munten van de zogeheten ‘Batenstrategie’, met manieren om zorgverzekeraars te laten investeren in preventie. Dit is lastig, want zorg kun je inkopen als verzekeraar maar gezondheid niet. Als verzekeraar zul je de verzekerde moeten verleiden om aan zijn eigen gezondheid te werken. Er is voor verzekeraars nu geen prikkel om te investeren in verzekerden. Hier is een verandering van het systeem nodig. Dit is nog een lange weg, maar de eerste stappen zijn gezet. Je merkt dat verzekeraars het onderwerp erg interessant vinden.  

Hoe zie je de rol van voedingssupplementen en bedrijven in de beweging van nazorg naar voorzorg?

Voedingssupplementen kunnen een rol hebben in de beweging van nazorg naar voorzorg, waar mensen steeds meer de regie krijgen en hun zelfhelend vermogen benutten. Voorbeelden zijn probiotica bij antibiotica gebruik en bepaalde stoffen die veel kunnen betekenen voor het immuunsysteem. Hier hebben de bedrijven aangesloten bij NPN veel kennis over.  

Een aanbod van producten en diensten, waarmee mensen zelf hun heal deal vermogen kunnen ondersteunen hebben wij gevat in een vitaliteitscontract. Hier passen supplementen mogelijk ook in.  

Het zou mooi zijn als we samen met NPN, en haar aangesloten leden verder kunnen werken aan onze idealen. Mogelijk ook in samenwerking met wetenschappelijke organen. Het zien en leggen van dwarsverbanden helpt ons verder. Met elkaar kunnen van 1 en 1, 3 maken. Daar ben ik van overtuigd.