Advies foliumzuursuppletie rond zwangerschap wordt niet altijd goed opgevolgd

27 maart 2025

Recent onderzoek van het RIVM toont aan dat het advies om extra foliumzuur te slikken vóór en tijdens de zwangerschap niet altijd goed wordt nageleefd. Dit is zorgelijk, aangezien foliumzuur essentieel is voor de vroege ontwikkeling van het ongeboren kind en het risico op neurale buisdefecten, zoals een open ruggetje, aanzienlijk vermindert.​ Ook hangt suppletie samen met een lager risico op vroeggeboorte en op baby’s die relatief klein zijn voor de duur van de zwangerschap. Al sinds 1993 adviseert de Gezondheidsraad vrouwen met een kinderwens om rondom de conceptie foliumzuur te slikken. In 2008 volgde een aanvullend advies om de voorlichting hierover uit te breiden en preconceptiezorg in te voeren, om zo de opvolging te verbeteren. Toch lijkt de naleving sindsdien nauwelijks te zijn verbeterd.

Advies foliumzuursuppletie

De Gezondheidsraad adviseert vrouwen met een kinderwens om dagelijks 400 microgram foliumzuursupplementen te slikken, vanaf minimaal vier weken vóór tot acht weken ná de conceptie. Dit komt bovenop de aanbevolen dagelijkse inname van folaat uit voeding. Voorafgaand aan de zwangerschap ligt de gemiddelde behoefte aan folaat op 200 microgram per dag, met een aanbevolen hoeveelheid van 300 microgram. Vanaf de conceptie geldt een adequate inname van 400 microgram per dag.

Gebruik foliumzuur in de praktijk

Volgens gegevens uit het Moeders van Morgen-cohort (2014–2019), zoals opgenomen in het RIVM-rapport, gebruikte slechts 56% van de vrouwen foliumzuur tijdens de volledige aanbevolen periode. Ongeveer 34% gebruikte het supplement wel, maar niet de volledige aanbevolen periode. In veel gevallen werd er te laat begonnen of te vroeg gestopt. Voor 7% van de vrouwen was het gebruik onbekend, en bijna 3% gebruikte helemaal geen foliumzuursupplementen. De Moeders van Morgen-studie was niet representatief voor de Nederlandse populatie: er deden relatief veel hoger opgeleide vrouwen mee, vrouwen die een vruchtbaarheidsbehandeling ondergingen en vrouwen die in Nederland geboren zijn.

Voor het RIVM-rapport is aanvullend onderzoek uitgevoerd door EUROCAT naar het foliumzuurgebruik in de periode 1992 tot en met 2021 bij vrouwen in Noord-Nederland. Daaruit bleek dat slechts 2% van de vrouwen het suppletieadvies exact opvolgde wat betreft het moment van starten en stoppen. Veel vrouwen startten te laat (29%) of gingen langer door dan nodig (18%). Bij 4% werd op tijd gestart, maar te vroeg gestopt. 16% gebruikte helemaal geen foliumzuursupplementen. Bij 30% van de vrouwen was wel bekend dát ze foliumzuur gebruikten, maar was het exacte start- en stopmoment onbekend. Het is niet bekend of de aanbevolen dosering werd gebruikt, omdat de vragen hierover in de registraties onvolledig waren ingevuld. Factoren die samenhangen met afwijkend of afwezig gebruik, volgens deze analyse van EUROCAT, zijn onder andere roken, alcoholgebruik, opleidingsniveau, werksituatie en een niet-Nederlandse achtergrond.

Aanbevelingen

Het RIVM concludeert dat er meer inzicht nodig is in het gebruik van foliumzuur en de redenen waarom vrouwen het advies wel of niet opvolgen. Ook adviseert het instituut om effectievere interventies te ontwikkelen die het gebruik van foliumzuur vóór en tijdens de zwangerschap bevorderen.

Bron
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). (2024). Verkenning monitoring foliumzuurgebruik rondom de zwangerschap. https://www.rivm.nl/publicaties/verkenning-monitoring-foliumzuurgebruik-rondom-zwangerschap

Foliumzuur zwangerschap