Claims: winnaars & verliezers

10 februari 2015

Bij voedingssupplementen is er wat betreft gezondheidsclaims veel veranderd sinds de Claimswetgeving in 2012 in werking trad. NPN beschouwt wat deze wetgeving teweeg heeft gebracht. Is de kaalslag aan gezondheidsclaims zo groot geworden als gedacht? En is de consument beter af met deze reclameregels?

Verpakkingen bekijkend valt ons op dat er óf minder claims op verpakkingen staan óf dat de samenstelling is aangepast, zodanig dat er toch een gezondheidsclaim kan worden gemaakt. Ingrediënten als probiotica en glucosamine zijn grote verliezers te noemen. Producten met kruiden, de zogeheten ‘botanicals’, gaan nog een spannende tijd tegemoet.

Probiotica, glucosamine en kruiden?

Nog niet alle claims werden direct beoordeeld door de Europese voedselveiligheidsraad (EFSA). Maar gezondheidsclaims op producten met probiotica en glucosamine verdwenen per januari 2014. Voor producten met kruiden, de zogeheten ‘botanicals’, is de situatie anders. Europa is er nog niet over uit hoe claims voor deze ingrediënten beoordeeld moeten worden. Daarom staan al deze claims op dit moment nog ‘on hold’. Deze gezondheidsclaims ingediend voor kruiden zijn de komende tijd nog te zien op verpakkingen. Al met al wordt het er 8 jaar later niet duidelijker op voor de consument.

15% van de ADH

De geautoriseerde gezondheidsclaims kunnen gebruikt worden onder bepaalde voorwaarden. Voor de meeste claims op vitamines en mineralen is bepaald dat de goedgekeurde gezondheidsclaim gevoerd mag worden als het product ten minste 15% van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) per 100 gram bevat. Dit betekent dat een supplement met 0,75 microgram vitamine D per dagdosering de claim ‘goed voor het behoud van sterke botten’ mag dragen. Terwijl de gezondheidsraad vrouwen boven de 50 jaar 20 microgram vitamine D via extra suppletie adviseert. 0,75 microgram vitamine D is erg weinig om echt een bijdrage te leveren. Op deze manier gaat de wet voorbij aan de wetenschappelijke inzichten en adviezen. Gelukkig bevatten supplementen meestal veel hogere doseringen dan deze geringe hoeveelheden.

Informatie voor de consument

Natuurlijk is het fijn dat over diverse gezondheidseffecten van vitamines en mineralen niet meer te twisten valt. Dat visolie goed is voor hart en bloedvaten en vitamine C de weerstand ondersteunt is algemeen aanvaard. Maar voor probiotica zijn geen claims goedgekeurd, terwijl er brede wetenschappelijke consensus is over de effectiviteit. Wanneer mag de consument hierover geïnformeerd worden?

De industrie heeft gepleit voor gekwalificeerde claims die aangeven of een gezondheidseffect mogelijk, waarschijnlijk of overtuigend is bewezen. De Europese Commissie staat alleen volledig onderbouwde claims toe. Dat heeft als nadeel dat ook bij sterke aanwijzingen de consument informatie onthouden blijft. De vraag is of dit uiteindelijk in het belang is van de consument. Waar kan men dan goede, betrouwbare informatie vinden? Het internet biedt een enorme hoeveelheid aan informatie, maar veel mensen blijken moeilijk hun weg te kunnen vinden naar betrouwbare gegevens. Voor informatie over ingrediënten van voedingssupplementen en de werking ervan is www.kiesvoorietsextra.nl een bron met goede informatie die men kan raadplegen.

Rem op innovatie

Een ander gevolg van de invoering van de Claimsverordening is een rem op innovatie. Het vergt een grote investering om gezondheidseffecten van nieuwe ingrediënten te onderzoeken en voldoende te onderbouwen. En als een bedrijf dan veel tijd en energie investeert in het toegelaten krijgen van een claim, kan na 5 jaar iedereen de claim gebruiken. Terwijl de terugverdientijd op de investering voor onderzoek geschat worden op 9 tot 17 jaar. Gezondheid vindt iedereen belangrijk, toch leidt deze wetgeving ertoe dat bedrijven makkelijker inzetten op innovatie in smaak of textuur dan op gezondheidseffecten. En soms worden vitamines of mineralen met toegelaten gezondheidsclaims toegevoegd aan productformuleringen om op die manier een claim te kunnen maken. Dit heeft een remmende invloed op innovatie in gezondheidsbevorderende voeding. Een gemiste kans voor de zelfredzame (zorg)consument, die van de overheid steeds meer op haar een eigen verantwoordelijkheid wordt gewezen.

Zelfregulering reclame

In Nederland zijn afspraken gemaakt over bewoordingen van gezondheidsclaims. De gezondheidseffecten zoals in de wet omschreven, zijn niet altijd even begrijpelijk voor de consument. De voorbeeldbewoordingen, opgesteld binnen zelfregulering en afgestemd met de Nederlandse overheid, worden door de industrie veelvuldig gebruikt. Nu mag in plaats van ‘goed voor het in standhouden van het immuunsysteem’ ook gezegd worden ‘goed voor de weerstand’. Dit is winst voor industrie én consument! Andere Europese landen zijn jaloers op de helderheid die in Nederland gecreëerd is.

Striktere handhaving

Helaas zien we, met name op internet, nog veel ongefundeerde reclame. En die overtredingen op internet worden niet altijd aangepakt. NPN begrijpt dat internet zeer moeilijk te reguleren is, maar dit leidt wel tot oneerlijke handelsposities en treft bedrijven die wél volgens de afspraken handelen. Het is voor zowel de branche als de consument van belang om dit samen met de overheid beheersbaar te krijgen. NPN praat hierover met de handhavers van de regelgeving.